De inhoud van deze website is gebaseerd op de richtlijn.

Behandel overgewicht

Praktische vertaalslag richtlijn overgewicht en Obesitas (volwassenen)

Deze webpagina is bedoeld voor zorgprofessionals die volwassenen met overgewicht of obesitas behandelen. Ze biedt een praktische vertaalslag van de vigerende Richtlijn Overgewicht & Obesitas bij volwassenen, met overzichtelijke stappen, factoren en praktische tools om de richtlijn direct in de spreekkamer toe te passen. In deze samenvatting vindt u de belangrijkste informatie voor diagnostiek en behandeling voor de dagelijkse praktijk. De factsheet (PDF) is een beknopte samenvatting van de richtlijn en blijft beschikbaar als download.

Uitkomstmaten

  • Buikomvang bij volwassenen

    (met een BMI ≥25 kg/m2)

  • Lichaamssamenstelling

  • Kwaliteit van leven

    (bij voorkeur middels vragenlijst OBESI-Q)

  • BMI

  • Comorbiditeiten

De 6 stappen voor een optimale behandeling van volwassenen met overgewicht en obesitas

Oorzakelijke, bijdragende en/of in standhoudende factoren van overgewicht/obesitas.

Leefstijl

Factoren

Veelvoorkomend

Ongezond eetpatroon, te weinig beweging, chronisch slaaptekort, obstructief slaapapneusyndroom, nachtdiensten, timing van maaltijden, fors alcoholgebruik, stoppen met roken, culturele of sociaaleconomische factoren.

Algemene behandelopties en doorverwijsmogelijkheden

De basis bestaat uit voedingsadviezen conform de Richtlijn Goede Voeding (Schijf van Vijf), voldoende slaap en het verminderen van chronische stress, en beweegadviezen volgens de Beweegrichtlijnen. Bij wens tot gewichtsverlies: 150–200 minuten matig tot zwaar intensieve aerobe beweging per week, aangevuld met 2x per week krachttraining en vermindering van sedentair gedrag. Verdeel dit over meerdere dagen (30–60 min/dag). Overweeg verhoging van de trainingsintensiteit (interval) voor meer effect op fitheid en vetverlies. Voor behoud van gewichtsverlies: 200–300 minuten per week van matige intensiteit.

  • Te nemen actie

    Indien sprake van geïndiceerde preventie

    Kenmerk van deze fase is begeleiding van de cliënt/patiënt naar zelfmanagement. De indicatiestelling hierbij is ≥25 BMI <35 kg/m² zonder vergrote buikomvang en zonder comorbiditeit. Indien de cliënt/patiënt binnen deze indicatie valt, geeft u de cliënt/patiënt algemene (individuele) leefstijladviezen zoals beschreven in module 13 gepersonaliseerde zorg (module 13 gepseonaliserde zorg).

     

    Indien sprake van zorggerelateerde preventie

    Kenmerk van deze fase is dat de cliënt/patiënt passende zorg(interventie(s)) nodig heeft. De indicatiestelling hierbij is:

    • ≥25 BMI <35 kg/m² in combinatie met vergrote buikomvang en/of comorbiditeit
    • BMI ≥35 kg/m²

    Indien de cliënt/patiënt binnen deze indicatie valt, verwijst u cliënt/patiënt naar zorginterventie m.b.t. leefstijl zoals een gecombineerde leefstijl interventie (GLI) (zie figuur 13.2 en hfst ‘Gecombineerde Leefstijl Interventie’ en ‘Gespecialiseerde GLI’ in de richtlijn overgewicht en obesitas 2023)

    Toelichting GLI:

    Een GLI is geïndiceerd als uit de diagnostische fase blijkt dat de leefstijl nog niet optimaal is voor de betreffende persoon. Overweeg een extra check aangaande leefstijl als er twijfel is. Een consult via een individuele (modulaire) GLI is daarvoor geschikt.

    Zonder intrinsieke motivatie van de cliënt/patiënt is de kans op een succesvolle uitkomst van een GLI minder aannemelijk. Tevens dienen de eventuele bijdragende of in stand houdende factoren van overgewicht/obesitas onderzocht en geoptimaliseerd te worden zodat deze geen belemmering vormen om gewichtsafname door een leefstijlinterventie te realiseren. Deze factoren kunnen de volgende categorieën betreffen: sociaal-economisch, psychisch, medicamenteus, hormonaal, syndromaal en (mono)genetisch (zie mogelijke oorzaken en de te nemen acties op deze website)

    Vormen GLI:
    1. In groepsbehandelvorm –> een GLI-programma
    2. In individuele behandelvorm –> Een Individuele (modulaire) GLI

    Eventuele inzet van gewichtsverlagende medicatie kan overwogen worden naar professioneel oordeel van de zorgverlener indien/bij*:

    • ≥27 BMI <35 kg/m2 in combinatie met een vergrote buikomvang en/of comorbiditeit:
      • overweeg gewichtsreducerende medicatie toe te voegen na één jaar behandeling met de geïndiceerde GLI naar oordeel van de zorgprofessional(s)
    • BMI ≥40 kg/m2 of ≥ 35 BMI <40 kg/m2 in combinatie met een vergrote buikomvang en/of comorbiditeit:
      • overweeg toevoegen van gewichtsreducerende medicatie na één jaar behandeling met de geïndiceerde GLI of vroeger in de behandeling naar oordeel van de zorgprofessional(s)

    *de voorwaarden voor vergoeding uit het basispakket van de zorgverzekering zijn nog niet aangepast aan bovenstaande indicatie vanuit de richtlijn overgewicht en obesitas 2023. Sinds 2022 worden verschillende gewichtsverlagende medicijnen in de totale aanpak van obesitas vergoed vanuit de basisverzekering als voldaan is aan de vergoedingsvoorwaarden van ZN (zie dit document). Ook voor sommige zeldzame (mono)genetische vormen van obesitas wordt onder strikte voorwaarden een specifiek medicijn (Setmelanotide) vergoed. De zorgverlener dient rekening te houden met productregistratie criteria.

  • Aanvullende informatie

    Gecombineerde leefstijl interventie

    1. Een GLI-programma

    Door RIVM erkende GLI’s worden vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als voldaan wordt aan de geldende criteria*:

    • BMI >30;
    • BMI >25 in combinatie met een vergrote buikomvang(≥ 102 cm bij mannen en ≥ 88 cm bij vrouwen) en/of co-morbiditeit(en) (artrose, slaapapneu, DM2, cardiovasculaire aandoeningen).

    *deze criteria moeten nog door het Zorginstituut NL aangepast worden aan de herziene richtlijn overgewicht en obesitas 2023

    Deze vorm van een GLI is een vast zorgprogramma met een vaste vorm en inhoud en wordt (meestal) in groepsverband aangeboden.

    Advies indicatiestelling GLI programma: Een GLI programma in groepsverband is de eerste keuze qua vorm; het leren van en met elkaar kan als stimulerend worden ervaren

    Extra paramedische begeleiding naast een vergoede GLI (basis GLI met aanvullende zorg) is te adviseren:

    • indien de zorgvraag meer is dan algemene voedingsadviezen volgens de Richtlijn Goede Voeding (Schijf van 5) van het Voedingscentrum. Inzet van een diëtist is dan wenselijk: www.artsenwijzerdietetiek.nl.
    • als er meer deskundige informatie nodig is dan de algemene Beweegrichtlijn (zorgmodule bewegen) of meer deskundige begeleiding nodig is bij aanpassing van gedrag. Inzet van een oefen-/fysiotherapeut, en/of psychologische ondersteuning is dan wenselijk.

    De vergoeding van deze extra begeleiding is zoals geregeld in de Zorgverzekeringswet (ZvW): diëtist voor 3 uur/jaar uit de basisverzekering; beweeg(zorg)professional en psycholoog worden vergoed vanuit een aanvullende zorgverzekering.

    Het kan zijn dat de betreffende cliënt/patiënt naast het vergoede GLI-programma al begeleiding krijgt vanuit een van de ketenzorgprogramma’s: DM2, vasculair risicomanagement of COPD. Indien dat het geval is, loopt de financiering van de inzet van de extra benodigde zorgprofessional vanuit deze ketenzorg.

    Algemeen advies indicatiestelling basis GLI met aanvullende zorg:

    • Voldoende motivatie tot gedragsverandering
    • ≥25 BMI <35 kg/m2 in combinatie met comorbiditeit.

    2. Een Individuele (modulaire) GLI

    Deze GLI wordt nog niet vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering.

    Bij deze vorm van een GLI krijgt de cliënt/patiënt een volledige individuele begeleiding die bestaat uit alleen die componenten van een GLI waarbij optimalisatie nodig is. Bijvoorbeeld als betreffende cliënt/patiënt al optimaal beweegt, maar nog niet voldoende kennis van optimale gezonde voeding heeft, dan is bijvoorbeeld alleen gedragsverandering nodig aangaande voeding. Ook hierbij zijn de drie kenmerkende GLI componenten (voeding, beweging en gedrag) altijd op elkaar afgestemd (samenhang), hetgeen kenmerkend is voor een GLI. Hiervoor kan afstemming van en met meerdere professionals nodig zijn. Deze vorm van GLI is flexibel qua duur, frequentie en intensiteit en aangepast aan de behoefte en mogelijkheden van de betreffende cliënt/patiënt. Deze vorm van een GLI kan korter duren dan een GLI programma.

    Advies indicatiestelling individuele (modulaire) GLI:

    • Indien cliënt/patiënt begeleiding nodig heeft middels een GLI waarin focus nodig is op slechts 1 of 2 GLI componenten, omdat de andere component(en) al geoptimaliseerd is (zijn). Hierbij worden de drie componenten (voeding, beweging en gedrag) wel altijd op elkaar afgestemd en kan afstemming van en met meerdere professionals nodig zijn.
    • Indien cliënt/patiënt (aanzienlijk) meer baat zal hebben bij flexibele afgepaste individuele begeleiding, dan in een groep met vast programma.

    Vraag en antwoord over inzet en vergoeding gewichtsverlagende medicatie

    Voor professionals en zorgverzekeraars:

    Voor patiënten en cliënten:

  • Informatie doorverwijzing

Sociaal-economisch

Factoren

Veelvoorkomend

Financiële zorgen; Eenzaamheid; Niet meer (zelfstandig) kunnen deelnemen aan samenleving; Overlijden of ernstige ziekte van partner/familie, verlies van werk, minimuminkomen, armoede; Moeite met lezen, schrijven, rekenen, begrip (laaggeletterdheid, verminderde gezondheidsvaardigheden); Culturele gewoonten

Algemene behandelopties en doorverwijsmogelijkheden

Inzet van gemeentelijke loketten: WMO, schuldhulpverlening, sociale wijkteams, welzijn op recept etc. Raadpleeg of verwijs door naar de centrale zorgcoördinator (CZC) (indien beschikbaar in de wijk).

Inzet specifieke programma’s voor laaggeletterdheid (zie informatie Stichting Lezen & Schrijven).

Zie hier voor meer informatie.

  • Te nemen actie

    Hulp bij het vermoeden van onderliggende niet-medische factoren die de leefstijl kunnen beïnvloeden zoals schuldenproblematiek, eenzaamheid, verminderde participatie, laaggeletterdheid etc. kan gevonden worden in de eigen gemeente. In de nabije toekomst zal een centrale zorg coördinator (CZC) kunnen helpen bij het begeleiden van de patiënt naar de juiste hulp.

    Zie bij aanvullende informatie vele voorbeelden met handige links naar verschillende programma’s en loketten.

  • Aanvullende informatie

    Voorbeelden van sociaal-economische factoren:

    • Schuldhulpverlening: meer informatie hierover vind u hier: Hoe werkt schuldhulpverlening van de gemeente?
      Andere hulpkanalen bij financiële zorgen zijn:
      • De test op Geldfit.nl. Deze test geeft inzicht in de financiële situatie met daarna een advies dat past bij de betreffende financiële situatie. Ook worden tips gegeven over welke organisaties bij de betreffende geldzaken kunnen helpen. Deze organisaties zijn dan te vinden in de eigen omgeving.
      • Geldfit Zakelijk is voor ondernemers die hulp zoeken.
      • MoneyFit geeft tips en informatie aan jongeren.
      • Het gratis telefoonnummer 0800-8115 is ook voor hulp bij geldzorgen.
    • Eenzaamheid of verminderde participatie:
      • Loket Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in elke gemeente. De WMO is er voor mensen die hulp nodig hebben om thuis te kunnen blijven wonen. En de WMO is ook bedoeld voor mensen die niet meer zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving of eenzaam zijn.
      • Sociale wijkteams. Sociale wijkteams zijn voor wijkbewoners het aanspreekpunt voor zorg, ondersteuning en activering. Het sociaal wijkteam ondersteunt bij vragen en problemen op het gebied van zorg en welzijn, jeugd en gezin, en wonen, werken en inkomen. Zoals financiële problemen, langdurige werkloosheid, opvoedingsvragen en ondersteuning op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Ook mantelzorgers en vrijwilligers kunnen er terecht voor tips en adviezen. Wijkbewoners kunnen naar het wijkteam met goede ideeën die bijdragen aan de leefbaarheid in de wijk. Of omdat zij een steentje willen bijdragen door anderen te helpen.
      • Welzijn op Recept. Welzijn op Recept is een alternatief voor mensen met psychosociale klachten. In plaats van het ‘traditionele pilletje’ voor te schrijven, verwijst de huisarts deze patiënten door naar een welzijnscoach. Klachten als vermoeidheid, pijn in de nek, maar ook stress, angst en somberheid hebben lang niet altijd een medische oorzaak. Vaak spelen onderliggende sociaal maatschappelijke problemen een rol, zoals overlijden van een partner, verlies van werk, eenzaamheid etc. Via Welzijn op Recept worden patiënten verwezen naar de welzijnscoach.
    • Armoede: mensen die moeten rondkomen van een minimuminkomen kunnen in hun eigen gemeente ondersteuning krijgen, zoals een collectieve zorgverzekering bij een laag inkomen, een chronische ziekte of beperking. Nadere informatie over het nationaal beleid vindt u hier.
    • Laaggeletterdheid: 18% van de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder heeft moeite met lezen, schrijven en/of rekenen en gebruik van een computer. Zij zijn laaggeletterd en zijn over het algemeen slechter af wat betreft hun gezondheid:  het vinden, begrijpen en beoordelen en toepassen van informatie bij het nemen van beslissingen over gezondheid en zorg gaat moeilijker. Door te screenen op laaggeletterdheid kun je eventueel laaggeletterdheid bespreken en motiveren voor deelname aan het programma Voel je goed! Dit is een door het RIVM erkende leefstijlinterventie van de Stichting Lezen en Schrijven speciaal voor personen die laaggeletterd zijn – voor hen die willen werken aan een gezonder gewicht. Voel je goed! wordt lokaal georganiseerd en gefinancierd in steeds meer gemeenten in NederlandStichting Lezen en Schrijven ondersteunt met advies, materiaal en training.

Psychisch

Factoren

Veelvoorkomend

Depressie; Chronische stress; Psychotrauma; Kindermishandeling (fysiek of emotioneel) in verleden; Seksueel misbruik in verleden; Eetbuistoornis zoals Binge eating disorder en Boulimia Nervosa.

Algemene behandelopties en doorverwijsmogelijkheden

Verwijzing naar POH-GGZ, psycholoog of psychiater.

  • Te nemen actie

    Overweeg psychische ondersteuning via huisarts, praktijkondersteuner GGZ of doorverwijzing naar een psycholoog.

  • Informatie doorverwijzing

Medicamenteus

Factoren

Veelvoorkomend

Antihypertensiva:

β-blockers, α-blockers

Pijnmedicatie:

pregabaline, amitriptyline

Diabetes medicatie:

insuline, glimepiride

Antidepressiva:

mirtazapine, citalopram, paroxetine

Antipsychotica:

olanzapine, risperidon, lithium

Anti-epileptica:

carbamazepine, valproïnezuur, gabapentine

Corticosteroïden (langdurig gebruik):

oraal, injecties en soms lokaal

Algemene behandelopties en doorverwijsmogelijkheden

Huidige medicatie met een potentieel gewichtsverhogende bijwerking vervangen, verminderen of stoppen indien mogelijk (door huisarts en/of medisch specialist). Zie module ‘Diagnostiek.

  • Te nemen actie

    Huidige medicatie met een potentieel gewichtsverhogende bijwerking vervangen, verminderen of stoppen indien mogelijk (door huisarts en/of medisch specialist).

    Gebruik hiervoor tabel 1.1. uit hoofdstuk 2.1. in richtlijn overgewicht en obesitas bij volwassenen.

  • Aanvullende informatie

    • De wijze waarop en de mate waarin verschillende medicamenten bijdragen aan gewichtstoename verschillen per middel. Zo kunnen sommige antidepressiva en antipsychotica de eetlust stimuleren en/of stofwisseling vertragen (Savas, 2019*; Wharton, 2018*; Malone, 2005*).
    • Vooral langdurig gebruik van corticosteroïden is geassocieerd met significante gewichtstoename door onder andere een toename van de adipogenese van centraal vet, toename lipolyse en afname lipoproteine lipase activiteit in perifeer vet (Fardet 2014*). Daarnaast kan er sprake zijn van een stimulatie van eetlust, vertraagde stofwisseling, en het vasthouden van vocht.

    *zie hiervoor hoofdstuk 2.1 van de richtlijn overgewicht en obesitas.

Hormonaal

Factoren

Veelvoorkomend

Hypothyreoïdie, Polycysteus ovarium syndroom (PCOS), Mannelijk hypogonadisme, Behoud extra gewicht na zwangerschap, Menopauze.

Zeldzaam

Hypopituïtarisme, (Cyclisch) Cushing’s syndroom, Groeihormoon tekort, Insulinoom.

Algemene behandelopties en doorverwijsmogelijkheden

Bij een endocriene ziekte die een causale relatie heeft met gewichtstoename:
behandeling van de ziekte door de huisarts of overweeg doorverwijzing naar een internist-endocrinoloog, gynaecoloog-endocrinoloog of uroloog-androloog, afhankelijk van de soort en ernst endocriene ziekte.

  • Te nemen actie

    De huisarts kan op indicatie enkele endocriene aandoeningen screenen, zoals primaire  hypothyreoïdie, en deze behandelen.

  • Aanvullende informatie

    Denk hierbij aan klachten passend bij hypothyreoïdie (gewichtstoename, kouwelijkheid, traagheid, obstipatie, menstruatiestoornissen, myxoedeem en bradycardie); klachten van polycysteus ovarium syndroom (PCOS) (hirsutisme, acné, irregulaire menses); syndroom van Cushing, hypogonadisme etc.

  • Informatie doorverwijzing

    Afhankelijk van endocriene stoornis, overweeg een doorverwijzing naar een specialist.

Hypothalaam

Factoren

Zeldzaam

Hypothalame schade na bestraling, operatie of hoofd-trauma; Hypothalame tumor; Craniopharyngeoom; Malformatie.

Algemene behandelopties en doorverwijsmogelijkheden

Doorverwijzing naar een internist-endocrinoloog voor onderzoek en behandeling.

  • Te nemen actie

    De huisarts kan een doorverwijzing overwegen naar een internist-endocrinoloog indien er tekenen zijn van mogelijke hypothalame dysfunctie.

  • Aanvullende informatie

    Denk hierbij aan voorgeschiedenis met mogelijke schade aan de hypothalamus door tumor, hoofdtrauma, craniale radiotherapie of chirurgie; neurologische afwijkingen; hyperfagie; verminderde visus.

  • Informatie doorverwijzing

(mono)Genetisch/Syndromaal

Factoren

Zeldzaam

Monogenetische obesitas

  • Op jonge leeftijd obesitas

  • Extreme eetlust

  • Opvallend gewichtsverschil met familieleden

Voorbeelden: mutaties in genen van MC4R, POMC, leptine, leptine-receptor, PCSK1

Zeldzaam

Syndromale obesitas

  • Op jonge leeftijd obesitas

  • Extreme eetlust

  • Opvallend gewichtsverschil met familieleden

  • Dysmorfe kenmerken of kenmerken of afwijkingen

  • Autisme

  • Ontwikkelingsachterstand

Voorbeelden: Prader-Willi, Bardet-Biedl, 16p11.2 deletie, pseudohypoparathyreoïdie type 1 (PHP1a), Alström syndroom

Algemene behandelopties en doorverwijsmogelijkheden

Doorverwijzing naar een centrum dat gespecialiseerd is in diagnostiek van onderliggende oorzaken van obesitas, inclusief diagnostiek naar genetische vormen van obesitas.

  • Te nemen actie

    Doorverwijzing naar een centrum dat gespecialiseerd is in diagnostiek van onderliggende oorzaken van obesitas.

  • Aanvullende informatie

    Denk hierbij aan alarmsymptomen (mono)genetische obesitas, oa:

    1. Obesitas vanaf jonge kinderleefijd
    2. Hyperfagie (vergrote eetlust en/of verminderde verzadiging)
    3. Enige in gezin met overgewicht/opvallend gewichtsverschil met gezinsleden

    Een monogenetische oorzaak is minder zeldzaam dan gedacht: zo’n 4% tot 9% van de mensen die zich presenteerden bij een obesitascentrum bleek een monogenetische oorzaak te hebben voor het bestaan van obesitas, zie hier de literatuur.

  • Informatie doorverwijzing

Comorbiditeiten

Overzicht consequenties van overgewicht en obesitas.

Obesitas-gerelateerde

  • Parodontitis

  • Respiratoire aandoeningen

    Astma, Hypoxemie, Slaapapneu, Obesitas-hypoventilatie-syndroom
  • Huidinfecties

  • Nierproblemen

    Proteïnurie, Nefrotisch syndroom, Nierfalen, Nierstenen
  • Lymfoedeem

  • Urogenitale aandoeningen / fertiliteitsproblemen

    Urine-incontinentie, Onvruchtbaarheid.

    Vrouw specifiek

    Polycysteus ovarium syndroom, Miskraam, Zwangerschapsdiabetes, Hirsutisme
  • Artrose

  • Auto-immuunziekten

  • Overig

    Complicaties door anesthesie, Complicaties ten gevolge van infectieziekten

Dit figuur is onderdeel van de Richtlijn overgewicht en obesitas bij volwassenen

  • Idiopathische intracraniële hypertensie

  • Psychische problematiek

    Angst, Depressie
  • Cardiometabole complicaties

    Metabool

    Diabetes Mellitus type 2, Insuline resistentie, Dyslipidemie, Metabool syndroom, Hyperurikemie, Jicht, Laaggradige ontsteking

    Cardiovasculair

    Hypertensie, Coronaire hartziekte, Hartfalen, Beroerte, Veneuze trombo-embolie, Intracraniële hypertensie, Perifeer arterieel vaatlijden
  • Gastro-intestinale aandoeningen

    Galblaasaandoening, Niet-alcoholische leververvetting, Niet-alcoholische steatohepatitis, Gastro-oesofageale reflux, Hernia diafragmatica
  • Maligniteiten

    Astma, Hypoxemie, Slaapapneu, Obesitas-hypoventilatie-syndroom.

    Vrouw specifiek

    Postmenopauzale borstkanker, Eierstokkanker, Baarmoederhalskanker

    Man specifiek

    Prostaatkanker

Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR) en indicatie algemene behandelmogelijkheden voor volwassenen met overgewicht en obesitas

1BMI KG/M2

Mate van Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR)

Licht verhoogd

Matig verhoogd

Sterk verhoogd

Extreem verhoogd

GLI: Gecombineerde Medische Interventie.

Dit betreft een interventie waarbij begeleiding bij voeding, beweging en gedrag in samenhang wordt aangeboden.

BMI: Body Mass Index

≥ 25 BMI < 30 Overgewicht

Geen vergrote buikomvang1 of comorbiditeit2

Adviezen gezonde leefstijl3

Buikomvang1 Man ≥102 cm | vrouw ≥88 cm

Basis GLI4

Bij BMI ≥ 27 kg/m²: overweeg gewichtsreducerende medicatie toe te voegen na één jaar behandeling met de geïndiceerde GLI naar oordeel van de zorgprofessional(s)4

Comorbiditeit2

Basis GLI (met aanvullende zorg)4

Bij BMI ≥ 27 kg/m²: overweeg gewichtsreducerende medicatie toe te voegen na één jaar behandeling met de geïndiceerde GLI naar oordeel van de zorgprofessional(s)4

≥ 30 BMI < 35 Overgewicht

Geen vergrote buikomvang1 of comorbiditeit2

Adviezen gezonde leefstijl3

Buikomvang1 Man ≥102 cm | vrouw ≥88 cm

Basis GLI4

Overweeg gewichtsreducerende medicatie toe te voegen na één jaar behandeling met de geïndiceerde GLI naar oordeel van de zorgprofessional(s)4

Comorbiditeit2

Basis GLI (met aanvullende zorg)4

Overweeg gewichtsreducerende medicatie toe te voegen na één jaar behandeling met de geïndiceerde GLI naar oordeel van de zorgprofessional(s)4

Bij DM2: indien GLI en maximale inzet gewichtsreducerende medicatie onvoldoende effect hebben, overweeg metabole chirurgie

≥ 35 BMI < 40 Obesitas klasse II

Geen vergrote buikomvang1 of comorbiditeit2

Basis GLI

Buikomvang1 Man ≥102 cm | vrouw ≥88 cm

Gespecialiseerde GLI4,5 (evt. basis GLI met/zonder aanvullende zorg)

Overweeg toevoegen van gewichtsreducerende medicatie na één jaar behandeling met de geïndiceerde GLI of vroeger in de behandeling naar oordeel van de zorgprofessional(s)4,5

Patiënt met een Aziatische of Hindoestaanse achtergrond: Overweeg metabole chirurgie

Comorbiditeit2

Gespecialiseerde GLI4,5 (evt. basis GLI met aanvullende zorg)

Overweeg toevoegen van gewichtsreducerende medicatie na één jaar behandeling met de geïndiceerde GLI of vroeger in de behandeling naar oordeel van de zorgprofessional(s)4,5

Patiënt met een Aziatische of Hindoestaanse achtergrond: Overweeg metabole chirurgie

Overweeg metabole chirurgie

BMI ≥ 40 Obesitas klasse III

Geen vergrote buikomvang1 of comorbiditeit2

Gespecialiseerde GLI4,5

Overweeg toevoegen van gewichtsreducerende medicatie vroeg in de behandeling met de geïndiceerde GLI naar oordeel van de zorgprofessional(s)4,5

Overweeg samen met de patiënt en een multidisciplinair behandelteam de mogelijkheid van metabole chirurgie

Buikomvang1 Man ≥102 cm | vrouw ≥88 cm

Gespecialiseerde GLI4,5

Overweeg toevoegen van gewichtsreducerende medicatie vroeg in de behandeling met de geïndiceerde GLI naar oordeel van de zorgprofessional(s)4,5

Overweeg samen met de patiënt en een multidisciplinair behandelteam de mogelijkheid van metabole chirurgie

Comorbiditeit2

Gespecialiseerde GLI4,5

Overweeg toevoegen van gewichtsreducerende medicatie vroeg in de behandeling met de geïndiceerde GLI naar oordeel van de zorgprofessional(s)4,5

Overweeg samen met de patiënt en een multidisciplinair behandelteam de mogelijkheid van metabole chirurgie

Mate van Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR)

Licht verhoogd

Matig verhoogd

Sterk verhoogd

Extreem verhoogd

GLI: Gecombineerde Medische Interventie.

Dit betreft een interventie waarbij begeleiding bij voeding, beweging en gedrag in samenhang wordt aangeboden.

BMI: Body Mass Index

  • Voetnoot

    1. Afkapwaarden BMI en buikomvang wijken af voor sommige etnische groepen en/of personen vanaf 70 jaar (zie module ‘Uitkomstmaten’)
    2. Comorbiditeit: zoals cardiometabole en respiratoire aandoeningen, maligniteiten, artrose, gastro-intestinale aandoeningen, urogenitale aandoeningen/fertiliteitsproblemen, psychische/psychosociale en overige problematiek (Voor volledig overzicht zie module ‘Obesitas-gerelateerde comorbiditeiten’)
    3. De basis van gezonde leefstijl bestaat uit:
      • Voedingsadviezen conform de Richtlijn Goede Voeding: Schijf van vijf van Voedingscentrum (zie verder module ‘Voeding- en dieetbehandeling’)
      • Voldoende slaap en verminderen van eventuele chronische stress
      • Beweegadviezen volgens de Beweegrichtlijnen:
        • Indien de wens is om gewicht te verliezen (visceraal vetafname met behoud van spiermassa) dan wordt aanbevolen:
        • 150-200 minuten matig tot zwaar intensieve aerobe lichaamsbeweging per week, twee maal per week krachttraining en het verminderen van sedentair gedrag.
        • Verdeel de lichaamsbeweging over meerdere dagen in de week, bestaande uit minimaal 30-60 minuten beweging.
        • Adviseer de trainingsintensiteit te verhogen, inclusief interval training met hoge intensiteit, voor het behalen van een grotere verhoging van cardiorespiratoire fitheid en visceraal en ectopisch vetverlies (zoals intra-hepatisch).
        • Adviseer een hoog aantal minuten lichaamsbeweging (200 tot 300 minuten/week van matige intensiteit) om het behaalde gewichtsverlies te behouden (zie verder module ‘Beweging’).
    4. Voor zowel een basis GLI (met indien nodig aanvullende zorg) als gespecialiseerde GLI zijn er twee vormen (zie module ‘Gepersonaliseerde zorg’).

      Maak hieruit een keuze:

      • GLI Programma in groepsverband. Dit heeft de voorkeur.
      • Individuele (modulaire) GLI:
        • Indien cliënt/patiënt aanzienlijk meer baat heeft bij flexibele afgepaste individuele begeleiding dan in een groep met vast programma
        • Indien begeleiding nodig is met focus op slechts 1 of 2 componenten van een GLI, omdat de andere component(en) al geoptimaliseerd is (zijn)
    5. Bij voorkeur een gespecialiseerde GLI. Indien naar oordeel van de zorgprofessional(s) een basis GLI (met indien nodig aanvullende zorg) voldoende effect zou kunnen hebben, dan kan een basis GLI (met/zonder aanvullende zorg) ingezet worden.
    6. Houd bij de keuze van wel of niet inzetten van gewichtsreducerende medicatie, rekening met de comorbiditeiten (zie module ‘Obesitas-gerelateerde comorbiditeiten’), contra-indicaties en de voor het individu relevante uitkomstmaten (module ‘Uitkomstmaten’).

RECHTEN
Bij gebruik van beelden uit het Basismodel Netwerkaanpak voor volwassenen met ovegewicht en obesitas.

Zowel verspreiden van als citeren uit het basismodel (tekst en/of beelden) moet altijd gebeuren onder vermelding van de volgende bron: Sijben M., Bolleurs C. en Freijer K.: Basismodel Netwerkaanpak voor volwassenen met overgewicht en obesitas.

Partnerschap Overgewicht Nederland (PON), april 2023.

Gebruik van beelden uit het Basismodel Netwerkaanpak voor volwassenen met overgewicht en obesitas in eigen documenten is toegestaan. Dan volstaat een bronvermelding zoals hierboven is aangegeven. Bij gebruik van beelden mogen alleen de juiste, ongewijzigde beelden gebruikt worden. Het integraal kopiëren van de volledige tekst en/of alle beelden uit de producten van het PON in eigen producten is niet toegestaan.

Ik ga akkoord